Riekus Waskowsky - neef

(Joanne's moeder en Riekus' vader waren broer en zus)

Hendericus Mattheus (Riekus) Waskowsky (Rotterdam, 15 oktober 1932 – Rotterdam, 14 april 1977) was een Nederlands dichter die, om in zijn levensonderhoud te voorzien, allerlei werkzaamheden verrichtte. Tijdens een van zijn baantjes behaalde hij een diploma uitslaan van plaatwerk waarop hij, naar verluidt, trots was.

In 1968 won hij de Alice van Nahuys-prijs voor zijn debuut Tant pis pour le clown.

Behalve met het schrijven van eigen werk hield hij zich ook bezig met het vertalen van het werk van anderen. Uit het Spaans vertaalde hij onder andere gedichten van Pablo Neruda. Hij vertaalde ook Zwart kwaad van Evelyn Waugh.

Persoonlijk leven

Riekus Waskowsky was onder meer bevriend met Jules Deelder, aan wie hij het gedicht Op de sien opdroeg, en met Gerrit Komrij. De laatste typeerde Riekus bij diens dood in zijn column in het NRC Handelsblad met de zin: Hij ontbeerde in hoge mate de misselijke drang zich geliefd te willen maken.

Beeldhouwer Edu Waskowsky was zijn broer.

Bibliografie

  • Tant pis pour le clown (De Bezige Bij, 1966)
  • Slechts de namen der grote drinkers leven voort (De Bezige Bij, 1968)
  • Wie het eerste z’n stenen kwijt is, een cursus hedendaagse moderne poëzie door de alom bekende dichter, zanger, denker en dromer Riekus Waskowsky (De Bezige Bij, 1970)
  • De boeddha met het piepertje (Opus 2, 1972)
  • Een kooi vol liederen. Een bloemlezing uit de poëzie van Pablo Neruda (Arbeiderspers, 1974)
  • Verzamelde gedichten (Bert Bakker, 1985)